Anny (1955) is geboren en getogen op Sterksel. Behoudens een uitstapje van drie jaar in verband met de opleiding Verpleegkundige B (psychiatrie), heeft ze altijd op Sterksel gewoond. Anny was de jongste in het gezin van Tinus Bax uit Leende en Jans Koller uit Achterveld. De familie Bax woonde aan het Chijnsgoed. Daar hadden zij een agrarisch bedrijf. Eerst met in hoofdzaak koeien en later met moederdieren. Dat zijn kippen die bestemd zijn om broedeieren te leggen. Het enige varken dat op de boerderij werd verwend was bestemd voor de eigen slacht.

Wil je iets over je jeugd / jonge jaren vertellen? ‘Wat vroeger heel gebruikelijk was en tegenwoordig bijna niet meer voorkomt, is dat wanneer het eigen huis naar een van de kinderen ging, de ouders bij het jonge gezin gingen inwonen. Wie het huis kreeg, kreeg er de ouders en soms nog een of meer vrijgezelle broers of zussen bij. Tot aan de dood. Oma heeft bij ons thuis ingewoond tot ze op 95-jarige leeftijd overleed. De inwonende oom werd 73. Het waren allebei gezellige, sociale mensen, die in huis en op de boerderij hielpen waar ze konden. We hebben er veel plezier en gemak van gehad.’

Anny heeft drie kinderen en zeven kleinkinderen. ‘En zet er  maar bij: drie schatten van aangetrouwde kinderen.‘  Zoon Jeroen woont met zijn gezin op Sterksel.

Na haar opleiding tot verpleegkundige B (‘Achteraf paste dat niet bij mij’) is Anny begonnen op de kinderafdeling bij Kempenhaeghe en later op het oude Providentia. ‘Daar heb ik het altijd geweldig naar mijn zin gehad. En het was vlakbij. Toen we kinderen kregen, ben ik gestopt met werken. Na twintig jaar ben ik weer begonnen op Kempenhaeghe / Kloostervelden en daar heb ik tot aan mijn pensioen in 2022, met veel voldoening gewerkt.’

Vrijwilligerswerk. Waarom doe je dat? ‘Dat heb ik van mijn moeder geërfd. Het zit bij ons wel een beetje in de familie. Mijn broers en mijn zussen doen ook vrijwilligerswerk. Een klein dorp kan niet zonder vrijwilligers. ’t Is ook wel een stukje verantwoordelijkheidsgevoel naar de Sterkselse gemeenschap. Mensen van hier, van de eigen gemeenschap, moeten er baat bij hebben. En ik ben  een doe-mens. Liever geen beleidszaken en zo. Vrijwilligerswerk is een goede gelegenheid om aan de gang te blijven en een reden om een paar dagen per week wekker te zetten.'

Bij welke verengingen doe je vrijwilligerswerk of heb je vrijwilligerswerk gedaan? ‘Toen onze kinderen hier op school zaten ben ik lid geweest van de ouderraad, overblijfmoeder, dat heb ik mee opgestart en ik heb geholpen met de handenarbeid en met allerlei klusjes. Al met al was ik nog al eens op school te vinden.’ Anny heeft ook jarenlang in de kerk meegeholpen bij de gezinsvieringen.

‘Muziekvereniging De Heerlijkheid Sterksel, meestal ‘de fanfare’ genoemd, is altijd heel belangrijk voor mij geweest. Ik ben lid vanaf 1967. In het bestuur heb ik nooit gezeten, maar was en ben nog steeds verantwoordelijk voor de kleding. Verder heb ik een aantal jaren in de activiteitencommissie gezeten en ik was lid van de tentenbouwersgroep. De Muziekvereniging verhuurde de tent een aantal keren per jaar. Dat leverde een mooie cent op, maar het was  inclusief opbouwen en afbreken. De gemiddelde leeftijd van de bouwers steeg elk jaar en het leek wel, dat de tent steeds zwaarder werd.

Vanaf de oprichting ben ik lid van Gèr van Huis. Ik mag wel zeggen: een trouw lid. In goede tijden en ook als het eens efkes wat minder ging. Ik ga graag naar de repetities en verzuim alleen als het echt niet anders kan. We bestaan dit jaar 30 jaar en dat vieren we met een Kapellenfestival. Een aantal jaren zijn we naar de wijnfeesten in Duitsland geweest, waar we muziek maakten en meeliepen in de wijnoptocht. In de beginjaren zat ik ongeveer 10 jaar in het bestuur van Gèr van Huis. Sinds de oprichting open ik de deur voor de repetitie en na afloop sluit ik de deur weer. Er moet toch iemand de laatste zijn.

Verder ben ik ook regelmatig in dorpshuis Valentijn te vinden als vrijwilliger, om met helpende handjes te ondersteunen.’

Meer dan twintig jaar is Anny lid van het Oranjecomité en van het Sint Nicolaascomité. ‘Ik ben er toen bijgekomen via de Ouderraad. Het Oranjecomité verzorgt voor jong en oud de activiteiten rond Koningsdag in Sterksel: een avondprogramma op 26 april en op de 27e een aubade, gevolgd door activiteiten voor de jeugd en de ontvangst van de gedecoreerden. Elk vijfjarig jubileum wordt gevierd met een ontbijt, waarop elke inwoner van Sterksel welkom is. Ook organiseert het comité de jaarlijkse Dodenherdenking op het Oorlogskerkhof op Kloostervelden. Heel sfeervol en heel indrukwekkend. Het Sint Nicolaascomité organiseert de intocht van Sinterklaas, de ontvangst op school en de ziekenbezoeken. Bij de meeste activiteiten van beide comités is ook de Muziekvereniging betrokken. De band met de Muziekvereniging is van oudsher zeer hecht. Ik heb dit werk altijd met veel plezier gedaan. We hebben een fijne club mensen, die elkaar goed verstaan’.

En de carnaval? ‘Ik ben lid van de Ossedrijvers. In 1992 was ik de prinses van het Sterkselse prinsenpaar. Een geweldige ervaring. Dat zegt iedereen die het geweest is. Dus als je gevraagd wordt: meteen ja zeggen. Naderhand kun je lid van de ex-ossen worden, een groep oud prinsen en prinsessen. Dat ben ik dus ook. Ook ben ik lid van de stuurgroep die betrokken is bij de organisatie van activiteiten. De meeste mensen hebben geen idee van wat de carnaval doet voor de gemeenschap. Dat is echt heel veel. Mensen weten pas wat ze missen, als het er niet meer is.’

Je doet toch ook iets in de Spar dorpswinkel? ’Sinds mijn pensioen help ik mee met  brood snijden, vakken vullen, poetsen en bestellingen klaarmaken. En ik help incidenteel bij de Kinderbeurs. Af en toe ga ik met inwoners van Sterksel fietsen op de duo fiets. Ook met bewoners van Kloostervelden ga ik fietsen en wandelen. Sinds twee jaar zit ik in het bestuur van de KBO. En ik heb ook nog een hobby: geocaching. Dat is een wereldwijde schattenzoektocht op basis van GPS coördinaten. Dat doe ik al meer dan 10 jaar. Op woensdag ga ik al 25 jaar lang aqua joggen.’

Wie met Anny filosofeert ontkomt niet aan een aantal ideeën die zij heeft over de jeugd en het besturen van verenigingen. ‘In besturen is een frisse wind nodig. Het moet anders dan twintig jaar geleden. Je moet mee, anders heb je geen bestaansrecht. Dan red je het niet. De jeugd is anders dan twintig jaar geleden. Ik wil niet zeggen beter of slechter, maar anders. Vroeger had je de voetbalvereniging, de kermis en carnaval. Op de feestavond van de fanfare kreeg je een consumptiebonnetje en een worstenbroodje. Mensen waren blij als ze eens een avondje van huis konden. Tegenwoordig heeft iedereen alle nieuws uit de hele wereld op zijn telefoontje.’

Nog een opmerking om af te sluiten? ‘Als je vrijwilligerswerk doet, ontmoet je andere mensen, uit verschillende kringetjes. Dat is ook leuk voor jezelf. En over organiseren gesproken: dat doe je nooit alleen. Mensen die je ondersteunen, vrijwilligers, heb je altijd nodig. Ze zijn de lijm in de samenleving. Ze verbinden en zorgen voor saamhorigheidsgevoel. Vaak hebben ze een waardevol sociaal netwerk. En ze vallen nooit in een gat. Er is altijd wel iemand die je blij kunt maken met jouw aandacht of met jouw hulp.’

Meer vrijwilligers in beeld >>>