Voordat we aan het interview beginnen, een opmerking. Wim is in 2008, na 30 jaar dienstverband, gestopt met werken, met het doel zich volledig als vrijwilliger te gaan inzetten. En volledig is in de praktijk meer dan volledig geworden. Werkweken van 60 uur zijn geen uitzondering. Wim maakt tientallen van die weken per jaar. Dit werd en wordt mede mogelijk gemaakt omdat broer Jan, die samen met Wim in het ouderlijk huis woont, ‘nooit heeft tegengewerkt(!)’. Anders was de tomeloze inzet van Wim als vrijwilliger, in deze mate niet mogelijk geweest.

Wim is in 1956, als derde van de zeven kinderen (vijf jongens en twee meisjes), geboren aan de Albertlaan in Sterksel. En daar woont hij nog steeds.

Vader Ko Stolp werd geboren in Amsterdam en hij is in de oorlog naar Santpoort verhuisd. In 1952 is Ko met zijn moeder naar Sterksel gekomen. De vader van Ko was toen al overleden. Met een compagnon startte hij een champignonkwekerij en een tuinbouwbedrijf. Het werk was zwaar en daarom ging hij in 1960 bij Philips Maarheeze werken. Omdat zijn loonzakje door een van zijn collega’s was gestolen, stopte hij bij Philips en legde zich toe op het fokken van honden (Chowchows).

Moeder Nellie Geraets kwam met het gezin Geraets in 1933 van Neer naar Sterksel, waar haar ouders een boerderij in het Peelven begonnen. Zij trad in bij de zusterorde van de Heilige Jozef en ze volgde haar verpleegstersopleiding in het ziekenhuis van Heerlen, dat door de zusters werd gerund. Het was dezelfde congregatie als die van de broeders op Providentia. Tijdens de oorlog werkte zij in Heerlen en ze maakte er spannende tijden mee, toen door de bombardementen op de mijnen bij Aken, het ziekenhuis overspoeld werd met gewonden. Ook het ziekenhuis kreeg rake klappen. Na de oorlog werkte ze in het ziekenhuis in Sittard, waar zij ook wijkzuster en vroedvrouw was. Na te zijn uitgetreden kwam ze weer op Sterksel terecht, waar Ko Stolp op haar pad kwam.

Hoe was je als kind? Wat voor hobby’s en sporten had je?
‘Ik was stil en een beetje verlegen. Van kinds af heb ik getuinierd en dat doe ik nog. Wij hebben een grote groentetuin en ik vind het leuk om in de maanden dat er geoogst kan worden, wat van de opbrengsten op Sterksel rond te brengen. Ook naar het eetpunt. Uiteraard is alles biologisch. Even terug naar vroeger: mijn hobby’s waren tekenen, knutselen en postzegels verzamelen. Dat deden ze bij ons allemaal. Na de lagere school op Sterksel ging ik naar de LTS in Someren. Vakken: metaal en elektrotechniek. Daarna werd het de MTS in Helmond, Elektrotechniek en elektronica.’

Wat was het eerste vrijwilligerswerk dat je gedaan hebt? ‘Het is me eigenlijk met de paplepel ingegeven! Mijn peetoom was pater Wim Geraets en bij ons was het, als hij hier kwam, zijn thuishaven. Er werden altijd spullen vergaard voor Uganda. Als hij hier was verzamelde hij een container vol, die per schip naar Mombassa werd vervoerd. Op de terugweg zorgde hij ervoor dat hij tegelijk met het schip daar was, om het spul verder Uganda in te krijgen. Tussendoor kon er ook via de zusters van Breda, die in Uganda een ziekenhuis runden, goederen die kant op worden gestuurd.

Toen ik in 1991 gevraagd werd om het Parochieel Missiecentrum te komen versterken, kon ik er geen nee tegen zeggen. Maar eerder al, in 1984, vroeg Jan van Winkel me om lector in de kerk te worden. Toevalligerwijs was de eerste keer op 21 oktober van dat jaar, Wereldmissiedag.

In 1990 kwam ik in het Parochiebestuur. Ik weet dat nog goed. ’s Avonds werd ik gebeld in de schouwburg van Purmerend, waar ik toen werkte, door pastoor Riny van den Oord. Of ik er in ieder geval over wilde denken. Hij heeft er waarschijnlijk wel wat moeite voor moeten doen, want we hadden in die tijd nog geen mobieltjes. En zo is het gekomen.  Met de parochie en de aan de parochie gerelateerde activiteiten heb ik altijd, tot op de dag van vandaag, een speciale band gehad. Je bent katholiek en dan moet je je daar ook voor inzetten.

Er is een tijd geweest dat meer dan honderd vrijwilligers in de parochie actief waren voor de diensten in de kerk, voor het poetswerk van de kerk, het klein onderhoud van kerk en pastorie, koperpoetsen, de tuinploeg voor de kerk en voor de pastorie, een werkgroep voor onderhoud en de beplanting van het kerkhof, lectoren, misdienaars, enzovoorts.’

Wim verricht hierbij nog steeds de coördinatie en hij helpt waar hij kan. Hij was ongeveer twintig jaar bestuurslid van de parochie, tot het ontstaan van de H. Nicasiusparochie in 2013. Vanaf 2005 was Wim ook (hoofd) redacteur, samensteller en drukker van het parochieblad, dat eenmaal per twee maanden uitkwam en ook verenigingsnieuws bevatte. De nieuwsgaring door Wim was hierbij essentieel.

‘In 1998 werd me gevraagd om mee een podium te bouwen voor het dorpshuis en dat kon het beste als je ook toetrad tot het bestuur van Valentijn. Zo rolde ik van het een in het ander.’ Gedurende twintig jaar, tot 2022, was Wim lid van het dagelijks bestuur. ‘Momenteel ben ik onderhoudsman, in ruime zin van het woord en mede beheerder van het gebouw, inclusief technische voorzieningen, alarmering enz. Dit in samenwerking met en met veel dank aan Rutger Broods! Met betrekking tot de alarmering verleen ik 24/7 service.’

Tegen kostprijs verricht Wim veel drukwerk voor verenigingen en stichtingen op Sterksel en soms daarbuiten. Clubbladen, muziekstukken en foldertjes worden vaak gefabriceerd aan de Albertlaan. Het is geen zeldzaamheid als de drukkerij om 2:00 uur ’s  morgens nog in bedrijf is. Allemaal voor het goede doel.

Wim was betrokken bij de besteding van de 1 miljoen euro die Sterksel ontving in het kader van het Integraal Dorpsontwikkelingsplan (IDOP). Zonder dat plan waren onder andere de school en de dorpswinkel zo niet gerealiseerd.

Wim is ook lid van de Dorpsraad, werkgroep Wonen, Welzijn, Zorg. Deze werkgroep zet zich in voor Zorg en Welzijn op maat, met onder andere zo’n dertig buurtcontactpersonen en het Zorgnetwerk Sterksel. ‘Vanuit een open blik en oprechte belangstelling wordt er samen voor gezorgd, dat niemand buiten de boot valt.’ Wim is een van de buurtcontactpersonen.

Zo’n 15 jaar is Wim lid van de Adviesraad Sociaal Domein (in de Werkroep WMO) van de gemeente. ‘Deze raad geeft advies aan de gemeente over het te voeren beleid, mede aan de hand van signalen uit de samenleving.’

Als vrijwilliger clientondersteuner namens de KBO, (vertrouwenspersoon) begeleidt Wim cliënten bij keukentafelgesprekken. Die gaan over vragen met betrekking tot de WMO, zoals een traplift, huishoudelijk hulp, scootmobiel, alles wat je bij WMO moet aanvragen. ‘Bij een gesprek met iemand van het Sociaal team schieten mensen soms vlug in de verdediging. Probleem is dat ze vaak naar de gemeente gaan als ze de oplossingen al in hun hoofd hebben. De ambtenaar wil de kosten zo laag mogelijk houden, maar mensen denken recht op bepaalde voorzieningen te hebben. Vaak zijn het emotionele gesprekken. Gemeenschapsgeld kan maar een keer worden uitgegeven.’

Sinds 2007 is Wim lid van het Oranjecomité en Sint Nicolaascomité. Het Oranjecomité verzorgt de activiteiten rond Koningsdag en de Dodenherdenking op Kloostervelden. Het Sint Nicolaascomité zorgt voor de ontvangst van de Sint op Sterksel, de bezoeken aan de Talententoren en de ziekenbezoeken.

Bij de werkgroep kerstverlichting is Wim de kartrekker. Hij heeft in 2012 de ontwerpen gemaakt en eigenhandig gezorgd voor realisatie. De kennis van lassen en elektrotechniek en Wim’s onstuitbare inzet kwamen hier weer van pas.

Wim is al vele jaren de kartrekker van het parochieel Missiecentrum Sterksel. ‘Ook dit jaar was de Kerstactie van het Missiecentrum heel succesvol. Voor het Project van Pater W. van Meijl in India en het Project Petra van den Heuvel in Gambia is er toch voor ieder € 500 bij elkaar gekomen. Ook de steun voor mensen die het moeilijk hebben in Sterksel was geweldig. Daarvoor is ook € 550  beschikbaar gekomen.’

Heb je speciale dingen moeten leren om vrijwilliger te zijn? ‘Ik ben nieuwsgierig en heb dus veel vragen. Dan leer je hoe dingen in elkaar steken. Wat je doet als vrijwilliger moet aansluiten bij wat je kunt. Ik had een technisch beroep en doe graag wat met die vaardigheden. Je wordt voor een probleem gesteld en dan kijk je naar wat de mogelijkheden zijn. Zo leer je nieuwe dingen. Het werken met de p.c. heb ik mezelf aangeleerd. Ik ben van nature verlegen en ik treed niet graag op de voorgrond, maar als het moet, dan moet het.’

Wat geeft je het meeste voldoening in het vrijwilligerswerk? ‘Als iets lukt geeft dat voldoening. Bijvoorbeeld als ik bij de intocht van Sinterklaas de blije kindergezichtjes zie, als ik de kerstverlichting zie hangen, als de kerstboom op het plein voor de kerk er mooi uitziet, als het drukwerk voor verenigingen er weer fraai uitziet, dan denk ik, hé fijn dat ik er aan heb kunnen bijdragen. Het geeft ook voldoening als mensen hun waardering uitspreken over wat je hebt gedaan.

En het geeft voldoening als je iets doet voor je omgeving. Je leeft niet alleen voor jezelf en het is fijn om goed te doen voor een ander.’

Wat vind je lastigste bij vrijwilligerswerk? ‘Als iets niet lukt zit ik op mezelf te foeteren. Je wordt al wat ouder en wat ik vroeger kon, lukt niet altijd zomaar meer. Dat merk ik aan mijn ogen en handen. Bij het werken met mensen moet je aan kunnen voelen wat er onderling speelt. En het is soms lastig als je niet op elkaar kunt rekenen.’

Kun je wel eens op vakantie als je vrijwilliger bent? ‘Jazeker! Ik ben nog nooit op vakantie geweest! Maar het kan wel.’

Zijn er pieken en rustige momenten? ‘Mijn tijd zit redelijk vol; er is altijd wat te doen. Ik heb een agenda met afspraken en de rest zit in mijn hoofd. Het werk dient zich aan en ik speel er op in. Wel heb ik een volgorde van prioriteit: de parochie komt eerst, dan de andere vrijwilligerstaken en dan privépersonen, die me vragen om iets te doen. Ik zeg altijd maar: het komt zoals het komt. Soms zijn er van die piekmomenten en ben je dagen achterelkaar tot diep in de nacht bezig met drukwerk voor verenigingen. Het tijdig en correct aanleveren is in een drukke periode wel extra prettig.’

Stel dat je iets zou mogen wensen ten aanzien van je vrijwilligerswerk, wat zou dat dan zijn? ‘Het zou fijn zijn als vrijwilligerswerk breder, door meer mensen werd gedragen. Je ziet toch vaak dat het dezelfde mensen zijn die zich inzetten. Als je vrijwilligerswerk doet geeft dat een verplichting en dat schrikt af. Je moet al vroeg aanleren dat je verantwoordelijkheid draagt voor jezelf én voor je omgeving. Dan merk je dat die bereidheid voldoening geeft en het is prettig gekend en erkend te worden.

Ik doe als vrijwilliger dingen die in het verlengde liggen van mijn vorige werk: technische toneelinstallaties maken. Daarin kwamen mijn handigheid en nieuwsgierigheid van pas. En ik durf wat aan, dat is ook belangrijk. Hoe te fixen zodat het lukt? Werken met deadlines zijn extra uitdagingen. Het moet lukken. Doorwerken tot het klaar is. Dat doe ik eigenlijk nu nog.‘

*) Met dank aan Harma Hoekstra

Meer vrijwilligers in beeld >>>