José (1949) is geboren in Geldrop (Tivoli). Zij was de jongste in het gezin met twee dochters. Vader was afkomstig uit Weert en hij werkte bij de politie in Geldrop. Moeder, Lenie Houben, kwam eveneens uit Weert. Zij trouwden in 1946.
Deden je ouders ook aan vrijwilligerswerk en heb jij dat een beetje van thuis uit meegekregen? Ja, dat heb ik. Mijn vader bracht bij voorbeeld maaltijden rond voor Tafeltje dek je. Hij hielp ook bij de vroegere Soos op Sterksel (gym, biljarten, kaarten en dansen voor de senioren).
José heeft in Geldrop een fijne jeugd gehad en ze groeide op in een warm gezin. Handballen en zwemmen deed ze graag, ‘maar niet in competitieverband. Ik was een normaal en vrolijk kind, dat weinig trubbels veroorzaakte.’
Op 15 mei 1975 trouwde José met de Sterkselse Fried Beenders van de Vlaamse weg. José en Fried ontmoetten elkaar in Zaal Boszicht, waar Wim Strauven de uitbater was. Vanaf de kinderleeftijd had José al een connectie met Sterksel, omdat Toon en An van de Kerkhof, die op Euvelwegen woonden, bevriend waren met haar ouders.
Voor haar huwelijk werkte José bij Bakkerij Delsing in Geldrop, zowel in de winkel als in de bakkerij. ‘Ik heb het er heel fijn gehad. Delsing was een goede bakker, die trots was op de producten die hij maakte. En het was een echte Limburger. Na ons trouwen ben ik zo’n beetje boerin geworden in de maatschap van Fried en zijn broer Engel. Een van mijn taken was het melken van de koeien. Dat is heel wat anders dan het werken in een bakkerij. Na het ontbinden van de maatschap in 1985 ging Fried verder met een loonbedrijf en daar is hij nog niet zo lang geleden mee gestopt. Officieel is hij nu met pensioen, maar hij vult zijn tijd meer dan goed met allerlei onderhoudswerken. Als hij op een stoel gaat zitten, moet ik me echt zorgen maken.’
Wil je iets over de kinderen vertellen? ‘We hebben twee kinderen, Marleen en Peter en ze wonen allebei op Sterksel. Marleen heeft twee dochtertjes en Peter heeft er een. De partner van Marleen, Simon van Rulo, is op 23 december van vorig jaar totaal onverwacht overleden. Simon was onze schoonzoon, maar zo voelde het niet. Voor ons was hij een echte zoon. Hij was een super papa, was sociaal, positief ingesteld en hij stond voor iedereen klaar. Het grote aantal hartverwarmende reacties naar aanleiding van het overlijden, getuigt ervan dat hij door velen op handen werd gedragen. De bijdrage aan het afscheid van Simon door zijn collega’s en door William zullen ons altijd bijblijven. Wij voelen ons gesteund door de vele blijken van medeleven, zelfs van mensen die je soms in geen jaren gezien of gehoord hebt.'
Waarom woon je nog op Sterksel?
‘Omdat ik hier gruwelijk d’n aard heb. Ik zou echt niet weg willen.’
Waarom doe je vrijwilligerswerk?
‘Omdat ik een mensenmens ben. Ik wil onder de mensen zijn en ik wil iets betekenen voor mensen in Sterksel.’
Wat is het eerste vrijwilligerswerk dat je gedaan hebt? Hoe is het begonnen? ‘Ik ben begonnen in het dorpshuis, toen Fried in het bestuur van het dorpshuis kwam. Dat was in 1982. Om in het bestuur te komen moest je afgevaardigde van een vereniging zijn. Ik ben er gewoon ingedoken en ik heb echt van alles gedaan. Ik vond het meteen leuk en dat vind ik nog steeds. Er zijn weinig dagen dat ik niet in het dorpshuis kom. Bij alles wat met eten te maken heeft ben ik betrokken en meestal heb ik de leiding. Ik regel de dingen graag zelf, dan weet ik zeker dat het goed is en hoef ik daarvoor niet iedereen na te lopen. Dat houdt niet in, dat ik niet tevreden ben over de samenwerking, want dat ben ik wel. Het is genieten als je ziet hoeveel vrijwilligers behulpzaam zijn bij de activiteiten in het dorpshuis. Het is bij grotere evenementen soms een beetje stressen, maar dat hoort erbij. En of het nu gaat over poetsen, bediening achter de bar of andere ondersteunende activiteiten: het komt altijd weer goed. Het is echt geweldig dat zoveel mensen het dorpshuis een wam hart toedragen en bereid zijn om te helpen en bij te dragen aan de gemoedelijke sfeer.
De komst van Netta in ons team is een welkome aanvulling. Zij is ook voorzitter van de muziekvereniging en nauw betrokken bij de carnaval. Als geen ander weet ze hoe ze er voor moet zorgen, dat verenigingen het in het dorpshuis naar hun zin hebben.’
Samen eten. ‘Het eetpunt’ in de volksmond heeft al meer dan twintig jaar een bijzondere plaats in onze gemeenschap. Elke tweede donderdag van de maand wordt er in Dorpshuis Valentijn een driegangenmenu geserveerd aan de senioren van Sterksel. Vanaf het begin heeft José de bezielende leiding over het kookteam. Het was ook José die kookles gaf aan een aantal Sterkselse mensen, waaruit de kookclub ontstond. De belangstelling om deel te nemen is momenteel zo groot, dat er een wachtlijstje is. José: ‘Vijftig deelnemers is echt het maximum. Voor slechts acht euro kun je deelnemen en dat is inclusief een glaasje wijn. Dat wijntje is belangrijk want het stimuleert de onderlinge contacten tussen de deelnemers. En daar gaat het om: samen eten, elkaar weer eens ontmoeten en bijbuurten. En’ zegt José, ‘ik wil hier toch een compliment maken aan de trouwe leden van de kookploeg en in het bijzonder aan Sjaak Kursten, die vanaf het begin meedoet en altijd bereid is om te helpen bij andere werkzaamheden in het dorpshuis. Sjaak is een gouden kracht.’
Wat doe of deed je nog meer aan vrijwilligerswerk? ‘Drie keer per week ga ik om 5:30 uur brood snijden bij onze dorpswinkel, de Spar. Dat doe ik al twintig jaar. Zo tussendoor kook ik, meestal met hulp uit de kookploeg, bij feestjes van verenigingen, bijvoorbeeld voor de Ossedrijvers en voor Gèr van Huis. Vroeger, toen de kinderen in Sterksel op school zaten, ben ik een aantal jaren lid geweest van de ouderraad. Een keer per week draai ik mee in de Huiskamer van Sterksel. Ook dit initiatief draagt bij aan ‘Verbinden-maakt-Sterksel.’
Over carnaval gesproken, jij bent toch ooit prinses geweest? ‘Dat klopt. Dat was ons afscheid van het vrijgezellenleven. Fried belde mij thuis met de vraag of ik prinses van de Ossedrijvers wilde worden. Ik heb meteen ‘ja’ gezegd en ik heb er nooit een minuut spijt van gehad. Je wordt gauw in de gemeenschap opgenomen en met een aantal mensen krijg je een band voor het leven. Heel waardevol. Ik heb veel respect voor wat de carnavalsvereniging allemaal doet, niet alleen om overeind te blijven, maar vooral ook voor de samenleving. De vereniging is echt verbindend voor Sterksel en hieraan blijf ik graag mijn steentje bijdragen.
In 1999 werd ik onderscheiden met de Os van verdienste. In mijn beleving de hoogste onderscheiding die je vanuit de Sterkselse samenleving kunt krijgen. Ik zou het waarderen als deze traditie in ere zou worden hersteld.’
Wil je nog iets toevoegen? ‘Ja. Ik vind het geweldig dat ik met zoveel trouwe vrijwilligers jarenlang mag samenwerken. Daar ben ik echt heel dankbaar voor.’
En wat een mooie foto je ziet er kei mooi uit.