Vrijwilligerswerk is de kurk waar de lokale gemeenschap op drijft. Wie zijn die vrijwilligers op Sterksel? Wij spraken met Theo van Cranenbroek. Theo: ‘Als ik niet zo’n goei vrouw had, had dit allemaal niet gekund.’   
  

Theo (1943) is geboren in Sterksel, als zesde in een gezin met twaalf kinderen. Zijn vader Peer (Peter) kwam via de werkverschaffing vanuit Gastel naar Sterksel, waar hij Riek (Henrica) Koller ontmoette. De familie Koller kwam vanuit Stoutenburg bij Amersfoort naar Sterksel, alwaar een boerderij op het Chijnsgoed werd gekocht. 

Wat voor jeugd heb je gehad? ‘Ik heb op Sterksel een fijne jeugd gehad. We kregen thuis veel vrijheid en daar heb ik goed van geprofiteerd. Soms kwamen we ’s morgens thuis van het stappen als moeder al weer aan het werk was. Dan konden we meteen helpen met koeien melken.

In 1965 ben ik getrouwd met Frieda Brouwers uit Heeze. Ik heb haar op Soerendonk kermis ontmoet. Na vijf jaar verkering zijn we getrouwd.
We hebben een zoon (Peter) en een dochter (Miranda). Zij wonen allebei in Budel-Schoot. Miranda is getrouwd en heeft een zoon en een dochter. We hebben goede contacten met onze kinderen en we zijn regelmatig samen op vakantie geweest. En we vieren wat er te vieren valt.’

Waarom woon je nog steeds op Sterksel? ‘We hebben het hier goed naar onze zin. We zitten mooi achteraf en we hebben van geen mens last. En we hebben hier een groot netwerk. Bridgen doen we bijvoorbeeld vier keer per week.’    

Wat doe / deed je voor de kost? ‘In 1963 heb ik het ouderlijk huis gekocht. Toen werkte ik bij Smits Loonbedrijf  in Someren, op het laatst als onderbaas. Soms waren er werkweken van wel 80 uren.
We zijn begonnen met mesthanen. Die mestten wij op contact. Vervolgens zijn we voor eigen rekening begonnen met legkippen. In het begin hadden we er 1.000. In 1984 60.000. Voor die tijd waren we een hele grote kippenboer. In 1997 ben ik gestopt met kippen. Ik kreeg keelkanker en het ging niet meer.

In 1997 liep er een Pool stage bij Frien Feijen. Polen was toentertijd een heel arm land en geïnspireerd door die man ben ik mijn aandacht op Polen gaan richten en begon ik met de export naar Polen van o.a. auto’s, kleding, meubilair. Alles tweedehands en tegen kostprijs. Als ik mijn kosten eruit had, was het goed. Ik had vooraf nooit gedacht dat dit zo groot zou worden. Onze schuren stonden bomvol. Langzamerhand hebben we ook commerciële betrekkingen aangeknoopt in Polen en tot op de dag van vandaag zijn we er heel welkom. En hun bij ons natuurlijk.’

Vrijwilligerswerk, waarom doe je dat eigenlijk? ‘Och, ik kan het niet laten. En ik moet toch iets te doen hebben voor iemand anders? Als andere mensen niets met mij op hadden, had ik nu niet meer geleefd.’  

Bij welke verengingen doe je vrijwilligerswerk of heb je vrijwilligerswerk gedaan? (Heel bescheiden) ‘Dat is eigenlijk niet zoveel. Als je ziet wat sommige mensen doen.’

Zullen we beginnen met de buurtbus? ‘Die rijd ik al meer dan twintig jaar, een dag per week. Ik heb lang twee dagen per week gereden. Vanuit Budel rijden we naar Gastel, Soerendonk, Maarheeze, Leende en dan naar Valkenswaard. En ik ben ook auto maatje. Dat is op afroep en het kan op alle tijden. Een paar mensen breng en haal ik op vaste tijden.

Vroeger heb ik nog mee judoclub De Samoerai opgericht en zat ik in de ouderraad. Meer dan vijftien jaar hebben wij op zaterdagavond bewoners van Kempenhaeghe naar de avonddienst gebracht. Ik was coördinator. Webben dit werk ooit met 28 man gedaan.

Al weer meer dan tien jaar geleden hebben we De Panlopers opgericht, een gezelschap dat elke woensdagmorgen gaat Nordic Walken in en in de omgeving van De Pan. Iedereen, ongeacht leeftijd, is welkom en deelnemen kost niks. We zijn meestal met een man of 8, 9 en dat zijn meestal dames. Wat belangrijk is, is dat er volop gelegenheid is om te buurten.

Bij ons thuis hebben we ook een zorggarage. Officieel is de oppervlakte zo’n 150 m2, maar in de praktijk is ze een aantal malen groter. Hier leren mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt auto’s repareren, sleutelen en vooral zelfstandig beslissingen nemen. Samen dingen doen, samen koffie drinken, samenwerken en daarbij een stuk zelfstandiger worden. Je ziet mensen echt vooruit gaan.

Jarenlang (van 2000 – 2020) heb ik als ervaringsdeskundige met keelkanker scholen, ziekenhuizen en patiënten in de hele regio en in midden Brabant bezocht. Op allerlei scholen kwam ik, tot en met de hogere scholen toe. In de klas wilde ik altijd alleen zijn met de studenten, zodat ze zich volledig vrij voelden om vragen te stellen. Zo’n bijeenkomst leverde soms een staande ovatie op van wel anderhalve minuut. Daar doe je het niet voor, maar het is wel mooi om mee te maken. Ik heb altijd uitgedragen dat er met keelkanker goed te leven valt. Wat ik niet kan? Een fleske koud bier drinken.

Meestal doe ik krek war ik zin in heb. Ik geniet van het goeie leven. Ik kan zeggen: dit of dat kan niet, maar een hoop kan er wel. We hebben altijd veel gereisd en we bezochten onder andere Zuid Afrika, Thailand, Nood Amerika, Canada, Ierland en kortgeleden nog de Baltische Staten. Dat kan allemaal.’

Nog een laatste vraag of opmerking?
‘Als ik niet zo’n goei vrouw had, had dit allemaal niet gekund.’  

Meer vrijwilligers in beeld >>>