Sterksel was ooit eens een heerlijkheid. Dat was in de tijd van het feodale stelsel. De koning, de hertog of de graaf had het voor het zeggen. Hij had de zeggenschap over veel stukken van zijn gebied gedelegeerd aan leenheren. Zo viel Sterksel ooit als heerlijkheid onder een vrije leenheer. In die tijd gold het recht van de sterkste. In de eeuwen die achter ons liggen zijn we daar stukje bij beetje van af gestapt. Iedereen heeft rechten. Niet alleen de sterkste. En iedereen heeft zeggenschap gekregen over hoe we die rechten en de bijbehorende plichten verdelen. Dat noemen we democratie.

Water bij de wijn
Maar ja, bij ons geldt binnen dat democratisch systeem eigenlijk nog steeds het recht van de sterkste. Je moet een meerderheid hebben. En hier is geen enkele partij groot genoeg om in zijn eentje een meerderheid te hebben. Dus na het stemmen gaat er altijd weer water bij de wijn. Er wordt onderhandeld. En daarna kun je dan uiteindelijk aan de slag. Tenminste, dat zou je denken. Maar dan loop je als politicus vast in het moeras van regels en regeltjes dat je voorgangers je hebben nagelaten.

Rijkdom aan regeltjes
In ridderzalen, statenzalen en raadszalen wordt er druk gedebatteerd over hoe het zou moeten. Maar de papieren werkelijkheid is uiteindelijk bepalend. Want de regeltjes, én de uitleg daarvan door de Raad van State, maken hier uit wat er uiteindelijk wél en wat er niet kan. En de soortenrijkdom in de natuur is niets vergeleken bij de rijkdom aan regeltjes die we binnen onze samenleving hebben. En al die regeltjes stonden tot voor kort op de rode lijst van beschermde soorten.

Zeggenschap aan de voorkant
Daarom is het goed dat de Omgevingswet er komt. Daarmee worden er héél veel wetten en regeltjes geschrapt en worden procedures vereenvoudigd. Ook goed dat daarmee tegelijk de cultuur bij onze overheden zal gaan veranderen. We krijgen dienstverleners in plaats van regelaars. En inwoners kunnen, behalve eens in de vier jaar in het stemhokje, vaker hun stem laten horen. Niet als inspraak achteraf, als een plan of nieuw beleid eigenlijk al zo goed als klaar is, maar vooraf. Want bij participatie worden inwoners en belanghebbende organisaties van meet af aan betrokken bij een ontwikkeling. Dat is tenminste de bedoeling van de nieuwe Omgevingswet. En als die participatie goed gaat, dan valt er voor alle partijen winst te behalen. Want dan worden oplossingen niet achter het bureau bedacht, maar komen ze tevoorschijn uit overleg met mensen die er in de werkelijkheid mee te maken hebben.

Participatie in drie smaken
Maar of die winst overal behaald wordt, is nog de vraag. Want de Omgevingswet heeft wel bepaald dat er participatie moet komen. Maar niet hoe die er uit gaat zien. Het is vormvrij, zoals dat heet. Er zijn gemeenten die de kat uit de boom kijken. Die houden het zoveel mogelijk op de traditionele inspraak aan de achterkant. Tussendoor worden inwoners wel eens opgeroepen om een enquête in te vullen, of om op een avond hun mening op gele memo-briefjes te schrijven, maar daar blijft het ook bij. Er zijn ook gemeenten die het zuiver democratisch aanpakken. Die roepen via een representatieve steekproef inwoners op om in een Burgerplatform mee te praten. Een soort jury die per onderwerp wisselt. En je hebt gemeenten die kiezen voor een Omgevingstafel, waarin zowel inwoners als vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties zeggenschap krijgen.

Plussen en minnen
Inspraak aan de achterkant is een wassen neus. Een avondje gele briefjes plakken is vrijblijvend en komt vaak niet verder dan kretologie. Een representatief Burgerplatform is in theorie ideaal. In de praktijk blijkt echter dat veel burgers pas interesse krijgen in een ontwikkeling als de betonmolen bij wijze van spreken al staat te draaien. Ze missen ook de tijd en de motivatie om zich in deze materie te verdiepen, en het is best lastig om erachter te komen wat plannen precies inhouden. Bovendien kunnen of willen burgers lang niet altijd voor hun mening opkomen.

Blijft de Omgevingstafel over. Meestal een combinatie van belanghebbenden en belangstellenden. Dus zowel inwoners die maatschappelijk betrokken zijn, als vertegenwoordigers van organisaties zoals een dorpsraad, een IVN of een ZLTO. Gemeenten organiseren vaak meer dan één Omgevingstafel. Vaak variëren de deelnemers per thema. Want wanneer het over veiligheid in woonwijken gaat, heb je natuurlijk andere mensen aan tafel, dan als het over natuur in het landelijk gebied gaat. Maar over het Hoe, Wat en Waarom gaat het vervolg "participatie3".

Dit artikel is op 14-9-2022 heropgenomen vanaf de oude website van Sterksel.nu.