In de Omgevingswet zelf is weinig vastgelegd over participatie. Soms is het wettelijk verplicht. Maar belangrijker is dat de gemeenteraad zelf kan kiezen om ruimte te maken voor participatie. In de toelichting bij de Omgevingswet wordt het Wie, Wat, Wanneer en Waarom van participatie uit de doeken gedaan. Het Hoe blijft echter open. Een gemeente kan participatie vooralsnog een heel eind naar eigen smaak inrichten.

Meer zeggenschap
Maar het zal, zelfs in de meest behoudende gemeente, in ieder geval meer worden dan de huidige inspraak-aan-de-achterkant. Want de overheid heeft een nieuwe wet in de pen die de participatie steviger gaat verankeren. Op basis van de Gemeentewet mag een gemeente daar ook nu al mee beginnen. En waar Sterksel binnen Heeze-Leende vooroploopt bij het ontwikkelen van een omgevingsplan, zou het logisch zijn om in Sterksel tegelijk ook een pilot te draaien met participatie. Het past wel bij een Heerlijkheid om weer meer zeggenschap over het eigen reilen en zeilen te krijgen. En de inwoners van Sterksel hebben al herhaaldelijk blijk gegeven van hun maatschappelijke betrokkenheid. Dat is recent nog eens bevestigd is door de hoge respons op de enquêtes van de dorpsraad, door de 80 brieven die aan de raad gestuurd zijn vanwege de windmolenplannen en door het feit dat van de 49 reacties op de energieplannen van de MRE er maar liefst 12 uit Sterksel kwamen.

Misverstanden
Participatie betekent niet dat je het als inwoners voor het zeggen krijgt. Maar wél dat je serieus mee kan praten. Participatie betekent ook niet dat je altijd je zin krijgt. In de praktijk kan het, zwart-wit gesteld, gebeuren dat iemand niet gelukkig is met de uitkomst - de gemeenteraad heeft zijn voorkeur niet gevolgd -, maar wél tevreden is over het participatieproces: hij is gehoord en zijn argumenten zijn besproken en meegewogen.

Hoe diep gaat participatie
De gemeenteraad kan buiten de verplichte gevallen, beslissen in welke gevallen er ingezet wordt op participatie, welke vorm daarvoor gekozen wordt, en ook nog welke mate van participatie gevraagd wordt. Daarvoor zijn zogenaamde participatieladders bedacht. Het begint basaal met informatie. Openheid van zaken. Dat is in de praktijk niet zo vanzelfsprekend als je zou verwachten. Op de eerste trede staat dan raadplegen. Daarbij wordt gelegenheid geboden om over iets je ideeën, wensen en meningen naar voren te brengen. Dat is een soort zienswijze indienen, maar dan aan de voorkant. Op de tweede trede staat adviseren. Daarbij wordt een groep gevraag met een gezamenlijk advies te komen over een kwestie. Daarboven komt de coproductie. In dat geval ontwikkelt de gemeente samen met de participanten een plan. De hoogste trede is meebeslissen. Dan mag je een keuze maken uit twee of meer aangereikte oplossingen voor een kwestie. Die keuze is dan bindend voor de raad.

Beter, sneller en goedkoper.
Bij participatie wordt er meestal van uitgegaan dat vooraf de kaders zijn afgebakend waarbinnen je mag meedenken. Maar het kan ook breder. Onder participatie valt ook het agenderen van kwesties, de uitvoering in de praktijk en de evaluatie. En de uiterste vorm van participatie is het ‘Right to Challenge’, het ‘uitdaagrecht’. Dat komt er op neer dat een groep inwoners of een organisatie tegen de gemeente zegt: ‘geef die klus, met het budget erbij, aan ons en laat ons dat zelf regelen; wij doen dat sneller, beter en goedkoper’. In Sterksel zou de dorpsraad zo bijvoorbeeld een zaterdagse mini-milieustraat voor blad & tuinafval kunnen inrichten. Dat scheelt veel kilometers en files met aanhangertjes in Geldrop of Valkenswaard. En naar de toekomst toe kan zo’n mini-milieustraat mogelijk mooi gecombineerd worden met een ‘groenbank’, waar overtollige bomen, struiken en planten met elkaar gedeeld worden. Maar u hebt zelf misschien een beter idee voor participatie. Laat het me weten: mailhetfrank@gmail.com


Dit artikel is op 14-9-2022 heropgenomen vanaf de oude website van Sterksel.nu.