Wie meer wil weten over de geschiedenis van Sterksel, kan niet om dorpsbewoner Dirk Noordman heen. Behalve agrariër en veehouder was hij tientallen jaren bestuurder van landelijke organisaties en coöperaties in de veehouderij en zuivel. 

Een interviewserie met Dirk Noordman gemaakt door Karl Bijsterveld

Deel 1: De zoektocht naar een eigen bank'

Deze combinatie kwam hem goed van pas bij het bestuurlijk werk in Sterksel. Zo was hij jarenlang actief binnen de Boerenleenbank, de Boerenbond en het unieke ‘ ‘Wegschap Sterksel’. Verder maakte hij zich met succes hard voor de terugkomst van een supermarkt. Een serie interviews met een markant dorpsbewoner, te beginnen met de geschiedenis van de Boerenleenbank. Lees verder over de zoektocht naar een eigen bank.

Dirk Noordman heeft de grote betrokkenheid bij het wel en wee van Sterksel niet van een vreemde. Zijn grootvader was medeoprichter van de Boerenbond, de Boerenleenbank en het ‘Waterschap Wegschap Sterksel.’ Ook zijn vader deed een duit in het zakje, onder andere als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Boerenleenbank.

Dirk Noordman zelf werd geboren in de crisisjaren, in 1931 om precies te zijn. "Ik heb aan den lijve ondervonden dat je eerst wat moet verdienen, voordat je echt iets kunt opbouwen", vertelt hij in een gesprek bij hem thuis. Noordman bouwde in 1958 een boerderij aan de Pastoor P. Thijssenlaan 33, naast 'Welgelegen', de boerderij van zijn ouders. Later werd met broer Jan een maatschap gevormd.

In 1996 heeft hij zijn aandeel overgedaan aan zijn zoon Gerard en diens echtgenote José.

Boerenleenbank
Ondanks het drukke boerenbedrijf vond Noordman al die jaren genoeg tijd voor belangrijke 'nevenfuncties'.
In de jaren zeventig werd hij benoemd als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Boerenleenbank, waarvan de oprichting teruggaat tot 1933. 
Noordman: "Toen de Maatschappij failliet ging, werd Sterksel in percelen verkocht aan boeren uit heel Nederland. 
Zij startten een boerenbedrijf maar hadden door de crisis grote behoefte aan financiering, vooral door de prijsdaling van landbouwproducten." Om het probleem van die dalende landbouwprijzen te tackelen hadden omliggende dorpen als Heeze, Maarheeze en Leende al een Boerenleenbank opgericht. 
Op aandringen van de Centrale Boerenleenbank in Eindhoven ondernam Sterksel tevergeefs pogingen zich bij een van die vestigingen aan te sluiten. Noordman: "De banken waren behoudend en niet erg enthousiast over de vooruitstrevende boeren van Sterksel." Anton van Oirschot wees in zijn boekje over Sterksel ook al op de cultuurkloof. 
Pogingen van 'Mijnheer Pastoor' en de 'Hoofdinspecteur' werden in de omliggende dorpen afgeketst met: 'Ja, wij kennen de menschen op Sterksel niet; er zijn zooveel vreemde gekomen uit alle oorden des lands.
We hebben al boeren hier gezien met een boord en gepoetste schoenen in de week; dat zullen wel geen werkers zijn.'

Bank in een woning
Het lag nu voor de hand dat Sterksel een eigen Boerenleenbank kreeg, en de oprichting volgde dus in 1933, pas acht jaar na de verkoop van de Maatschappij. Het eerste kantoor had bepaald nog geen zakelijke uitstraling. "De bank begon in een zijkamertje van de woning van de kassier", licht Noordman toe. "De keuken diende als wachtkamer!" Pas in 1967 kreeg de bank een eigen gebouw aan de Heezerweg, dat in 1980 werd vernieuwd. Noordman: "Aanvankelijk waren alleen boeren klant, maar gaandeweg konden ook andere dorpsgenoten van de diensten gebruik maken. 
Dat was nodig ook, omdat er zich steeds meer bedrijvigheid in het dorp vestigde die behoefte had aan kapitaal. 
Denk aan een kapper, bakker en slager." Volgens Noordman was het voor de bank zeker in de beginjaren niet eenvoudig om aan hun kredietaanvragen te voldoen. "Er werd onvoldoende spaargeld ingelegd, dus moest de Sterksele vestiging geld aantrekken bij de Centrale Boerenleenbank of op de kapitaalmarkt. Dat vereiste soms expertise die je destijds van kassiers niet altijd kon verwachten." Het rentepercentage voor een lening bij de Sterksele Boerenleenbank lag doorgaans ook wat hoger dan bij andere banken. Maar de animo was er niet minder om. Noordman: “Je dacht er niet aan om naar een andere bank te gaan. En er was natuurlijk weinig concurrentie.”

Na het samengaan van de Centrale Boerenleenbank met Raifeisen in het begin van jaren zeventig, ging de bank in Sterksel verder als de Rabobank. Noordman: “In 1994 is een fusie gerealiseerd tussen Geldrop, Heeze en Sterksel en dat betekende het einde van de zelfstandigheid van deze plaatselijke banken.” In 1997 sloot Rabobank Leende zich hierbij aan, zij wilde eerst haar honderdjarig bestaan vieren. Deze banken fuseerden vervolgens met Rabobank Nuenen onder de naam Rabobank Dommelstreek. Het kantoorgebouw in Sterksel is nog tot omstreeks 2002 in gebruik geweest, tot na de plaatsing van een pinautomaat.

Deel 2: Het unieke weg- en waterschap van Sterksel

Sterksel had waarschijnlijk als enige dorp in Nederland een eigen weg- en waterschap. Dit unieke 'Wegschap Sterksel' moest zorgen voor het onderhoud, verbetering en verharding van wegen binnen de begrenzing van de voormalige Heerlijkheid Sterksel. In een tweede interview met Dirk Noordman vertelt hij over de bijzondere geschiedenis van het Wegschap.

In 1924 ging de ‘Maatschappij De Heerlijkheid Sterksel’ failliet. Het totale landbezit bedroeg 1660 hectare. Bij de publieke verkoop werden boerderijen en/of percelen verkocht aan particulieren, inclusief de wegen. Dit waren allemaal zandwegen. De nieuwe eigenaren waren pioniers en wisten van aanpakken. Zij moesten behalve de zandwegen ook de perceelsloten onderhouden. Het initiatief om een weg- en waterschap op te richten kwam van de grootvader van Dirk Noordman: Th.B.J. (Dirk) Noordman. "Sterksel had dus geen verharde wegen, maar de zandwegen vroegen natuurlijk wel om onderhoud", vertelt Dirk Noordman. "Het weg- en waterschap moest een collectief worden waarin bewoners gezamenlijk de verantwoordelijkheid overdroegen voor het onderhoud. 
Buren hadden hierover namelijk onderling wel eens conflicten. Daarnaast moest een eigen weg- en waterschap voorzien in een verharde weg naar Heeze, want daarmee bestonden vooral economische banden.”

Koninklijke goedkeuring
Na intensief overleg volgde in 1930, met instemming van gemeente en provincie én met koninklijke goedkeuring, de oprichting van het waterschap 'Wegschap Sterksel'. Er werd een voorlopig bestuur ingesteld met een vereniging als rechtspersoon. Noordman: "Leden betaalden een bedrag al naar gelang de omvang van hun perceel, of het een droog of nat perceel betrof en de afstand tot de kern." Het onderhoud van waterlopen als de Sterkselse Aa en het Sterksels Kanaal werd overgedragen aan 'Het Waterschap De Dommel'. Voor het onderhoud van de zandwegen werden hand- en spandiensten verricht door eigenaren. Daarnaast werd tegen een jaarloon van 130 gulden voor één dag per week een arbeider aangesteld. "Hij moest na zware regenbuien het water aflaten en de ontstane gaten weer vullen", licht Noordman toe. Voor verharding ging men vrij snel over tot de aankoop van sintels bij de Staatsmijnen, Koninklijke Hoogovens en de Nederlandse Spoorwegen. De sintels werden per treinwagon aangevoerd en kosten vijf gulden per wagen. Sterksel beschikte in die tijd namelijk nog over een eigen treinstation. Noordman: “Boeren hielpen dan mee bij het vervoer en uitstrooien van de sintels op de wegen."

Verharde wegen
Het inwoneraantal van Sterksel groeide en daarmee ook het aantal transporten en de behoefte aan goede wegen. Cruciaal was bijvoorbeeld een verharde verbinding met Heeze. Noordman: "Dat was slechts een smalle zandweg. In de winter had de melkrijder dikwijls twee paarden nodig om naar Heeze te kunnen." Omdat besprekingen met de gemeente Heeze over een verharde weg niets opleverden, vroeg het bestuur van het Wegschap een subsidie aan bij de provincie Noord-Brabant. Deze was bereid de helft van de totale kosten, 36.000 gulden, te financieren. Heeze betaalde alleen de kosten voor het traject op haar eigen grondgebied. Het ontbrekende deel werd door de ingelanden betaald. De weg werd geopend in 1936.

Gemotoriseerd verkeer
De opkomst van gemotoriseerd landbouwverkeer na de Tweede Wereldoorlog, stimuleerde het Wegschap om de nog altijd talrijk aanwezige zandwegen in en om Sterksel te verharden. De opkomende ruilverkaveling was daarbij een hulpmiddel in de landelijke omgeving. Noordman: “De ruilverkavelingen begonnen namelijk vaak met de aanleg van verharde wegen. Was er eenmaal een weg aangelegd door het Wegschap dan werd deze overgedragen aan de ruilverkavelingscommissie.” Toch koos Sterksel er in meerderheid voor buiten de ruilverkaveling te blijven. Volgens Noordman was de verkaveling in Sterksel namelijk al op veel plaatsen goed. “Maar de noodzaak van verharde wegen bleef uiteraard. De gemeente gaf aan mee te werken om dit proces te versnellen.”

Onschatbare waarde
Al met al werd mede dankzij de inzet van het Wegschap Sterksel in fasen een groot aantal wegen verhard. In 1952 nam de gemeente Heeze het beheer en onderhoud van de weg naar Heeze over. Met medewerking van de gemeente Maarheeze kwam er een verharde weg naar Sterksel en werd de Molhoutse brug vernieuwd. De eigenaren moesten de benodigde grond voor één gulden per strekkende meter inbrengen. De weg kwam in 1950 gereed. Noordman: "De overblijvende wegen moest het Wegschap blijven onderhouden.” Geleidelijk aan werden ook de overblijvende wegen van het Wegschap Sterksel overgenomen en verhard. Het werden zogenaamde B-wegen. In de jaren zeventig volgde de definitieve opheffing van het unieke weg- en waterschap. Noordman: "Het Wegschap is van onschatbare waarde geweest voor de ontwikkeling van Sterksel.”

Deel 3: Het bestaansrecht van een supermarkt
Het verdwijnen van de supermarkt in 2002 sloeg in Sterksel in als een bom. Behalve het gemis van boodschappen kunnen doen in eigen dorp, betekende het ook een sociale aderlating. 'De loop' uit het dorp verdween. En dus werd er naarstig gezocht naar de mogelijkheid voor een nieuwe winkelvoorziening. In het laatste deel van een drieluik met Dirk Noordman vertelt hij of die zoektocht succes had.

Nadat eerder al de bank en het postkantoor uit Sterksel waren verdwenen, kwam daar in 2002 dus nog eens het vertrek van de supermarkt bovenop. Voor het vergrijzende Sterksel een flinke klap. Dirk Noordman: "Vanwege het gebrekkige openbaar vervoer is het voor veel ouderen niet eenvoudig om in een ander dorp boodschappen te doen. Maar erger nog: met vertrek van de supermarkt verdween een belangrijke mogelijkheid voor sociaal contact." Een aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties sloeg de handen ineen om de mogelijkheid van een nieuwe supermarkt te onderzoeken. Er werd een initiatiefgroep opgericht onder aanvoering van de Katholieke Bond van Ouderen, afdeling Sterksel (met de heren Huijsmans, Lommerse en Dirk Noordman). Met Theresia Eilers (KVO), Jos Vos (ZLTO) en Ton van de Togt (penningmeester) werd een werkgroep gevormd. Noordman: "Een enquête onder bewoners wees al snel uit dat er grote behoefte bleef aan een winkelvoorziening in Sterksel. Nu was het zaak om het benodigde startkapitaal te vergaren en een exploitant te vinden."

Coöperatie
Die zoektocht was niet eenvoudig. "De Rabobank zag financiering aanvankelijk niet zitten", vertelt Noordman. "Ook de supermarktketen Spar liet het in eerste instantie afweten. Die wilde alleen een vestiging openen in een dorp met minimaal 2.000 inwoners en een winkeloppervlakte van minimaal 200 vierkante meter." Door te kiezen voor beheer in de vorm van een coöperatie werden veel bezwaren getackeld. Noordman: "250 bewoners brachten door de aankoop van een certificaat een derde van het benodigde startkapitaal bijeen. Dat trok ook de Rabobank en de provincie Noord-Brabant over de streep om ieder een derde bij te dragen." Hernieuwd contact met Spar bleek met deze financiële aanpak ook vruchtbaar.
Noordman: "We kozen voor de Attent-formule: een kleine maar eigentijdse buurtsuper. Deze winkels zijn aangesloten bij de Sparorganisatie, die de vaktechnische inbreng deed met onder andere een bedrijfs- en financieringsplan." De feestelijke opening vond plaats in maart 2004 in aanwezigheid van onder meer burgemeester Noor Planje van de gemeente Heeze-Leende en gedeputeerde Roel Augusteijn. 
De nieuwe buurtsuper draait op omstreeks 50 vrijwilligers, met daarnaast een betaalde bedrijfsleider. Noordman: "De 250 leden, circa de helft van de Sterksele gezinnen, hebben inbreng in het reilen en zeilen van de winkel. Zij kiezen een bestuur dat jaarlijks verantwoording aflegt door middel van een jaarverslag. Alle leden hebben dus inspraak. Een supermarkt als coöperatie: het is uniek in Nederland."

Nieuwe winkelruimte
Mede door dit succes werd Sterksel als pilotproject aangewezen door de provincie Noord-Brabant en ontving het een bedrag van 1 miljoen euro, bedoeld voor projecten die de leefbaarheid bevorderen. Hieruit rolden een zevental concrete projecten, waaronder een nieuwe winkelruimte die in 2011 werd betrokken. Woningcorporatie woCom Someren/Helmond realiseerde hiertoe in het dorpshart een nieuw complex 'De Heerlykheid'. Behalve de winkel zijn hier een bedrijfsruimte gevestigd en een elftal appartementen. "De supermarkt bestaat inmiddels tien jaar. Het heeft zijn bestaansrecht dus meer dan bewezen!"