Met Pinksteren is het weer Sterksel kermis, maar hoe is het in de loop der jaren feitelijk vergaan met deze jaarlijks terugkerende gebeurtenis. De geschiedenis herhaalt zich.

Voor het begin moeten we bijna 100 jaar terug, toen Sterksel eigendom was van Maatschappij N.V. De Heerlijkheid Sterksel (1915— 1926). De opzet van deze Maatschappij was her realiseren van een villapark met zwembaden en sportterrein op Sterksel. Daar bleek echter weinig animo voor te zijn en daarom werd overgegaan op het ontginnen van de gronden en het oprichten van enkele grote stallen en schuren voor landbouw en veeteelt. De Maatschappij heeft de kermis op Sterksel ingesteld vooral voor vermaak en vertier van de arbeiders. Er werd bewust gekozen voor Pinksteren omdat er dan twee zondagen zijn en dus maar één dag verlet werd. De kermis was een groots evenement waar iedereen bij wilde zijn. Er werden volksspelen gehouden en jong en oud deden daar aan mee. Fried Schonenburg uit Heeze stond er met een kraam met alleen snoepgoed en sigaren. Dit alles schreef mijn vader (19031990) in 1986 over de historie van Sterksel en hij vervolgde: "Het kermis comité kreeg 200 gulden van de Maatschappij om prijzen te kopen en voor de kinderen tombola (loterij) te houden. Gemiddeld waren dat prijzen van 15 cent per stuk. Meneer Schilleman en ik gingen jaarlijks prijzen kopen bij de Olifant (een speelgoedwinkel) in Eindhoven.
Gerrit Beenders zat toen ook in het kermiscomité. De volksspelen waren balletje kruien, ringsteken, spriet lopen, snel roken, niet lachen, fietsen, hardlopen, zaklopen en touwtrekken. Later is er een draaimolen gekomen en deze betaalde 25 gulden staangeld. Dinsdags moest de draaimolen 2 uur gratis draaien voor de kinderen. De bewoners van Providentia namen ook deel aan de kermis. Gedanst werd er voor het eerst in de schuur bij Eilers, op een lemen vloer, waar gehakseld stro overheen was gestrooid om de vloer wat glad te maken. Het kermiscomité moest toezicht houden en om 10.00 uur 's avonds was het afgelopen. Na het faillissement van De Maatschappij kwamen er veel nieuwe bewoners op Sterksel. De volksspelen gingen er langzaam uit toen er meer attracties kwamen en kreeg het kermiscomité minder werk. Daarvoor in de plaats kreeg het kermiscomité staangeld van de verschillende attracties. "

Terwijl in andere plaatsen de organisatie van de kermis in handen van de gemeente was, bleef het kermiscomité dit op Sterksel doen. Ook de organisatie van Koninginnedag en de intocht van Sint Nicolaas werden als taken aan het kermiscomité toegevoegd. 

Al snel veranderde toen de naam van kermiscomité in Oranjecomité, dit omwille van het innen van de jaarlijkse subsidie die de gemeente voor Koninginnedag beschikbaar had.
Dat het kermiscomité zich niet uit het veld liet slaan tijdens de crisis van de dertiger jaren en de dreigende Tweede Wereldoorlog blijkt wel uit bijgaand affiche van de kermis op Sterksel in 1940.
Bij de voorbereiding en het opmaken van het affiche kon niemand bevroeden dat twee dagen vóór Sterksel kermis de Tweede Wereldoorlog echt uitbrak en dat op die eerste Pinksterdag er drie soldaten sneuvelden in de bossen nabij het einde van de Vlaamseweg.

Met de inkomsten van het staangeld van de kermisexploitanten kon men wel zeggen dat het Oranjecomité er warmpjes bij zat.
Sterkselse verenigingen klopte dan ook nimmer tevergeefs aan bij het Oranjecomité voor een financiële bijdrage bij gelegenheid van een jubileumfeest of dergelijke.
In 1980 kwam onverwachts toch verandering in die situatie omdat bij het 50- jarig jubileum, het voltallige Oranjecomité tegelijk aftrad om plaats te maken voor verjonging.

De toenmalige leden van het Oranjecomité, Jan Loeff, Karel Reiling, Jan Frissen, Jan Polman, David Schilleman en Gerrit Beenders, zij stonden bekend als de sigarenrokers, deden dat al 30, 40 of 50 jaar. Gerrit Beenders “mister kermis” zelfs al méér dan 50 jaar.

Voor het invullen van de ontstane vacatures waren twee vergaderingen nodig met de Sterkselse verenigingen om een goede formule te vinden.
Met het vermoeden dat er wel eens veel geld in kas zou zijn, wilden best veel verenigingen vertegenwoordigd zijn in het Oranjecomité.

Uiteindelijk werd besloten dat de nieuwe leden van het Oranjecomité vertegenwoordigd moest worden door tenminste 4 jeugdverenigingen waaronder de school, 1 sportvereniging, 2 verenigingen met culturele achtergrond.

Nadat de nieuwe leden van het Oranjecomité het stokje hadden overgenomen en “geraden” hadden wat de vertrekkende leden van het Oranjecomité nog in kas hadden, (1100,- gulden), werden zij: Cees van Rulo, Wim Hikspoors, Grad Louwers, Jan Kemperman, Henny van de Voort, en Gerard Noordman, uitgenodigd op het gemeentehuis in Maarheeze.
Na het welkom door burgemeester van de Broek, wenste hij de nieuwe leden van het Oranjecomité heel veel succes met de organisatie van Koninginnedag en de intocht van Sinterklaas.

Over de Sterkselse kermis hoefde de nieuwe leden van het Oranjecomité zich niet meer druk te maken, dat had de gemeente zelf naar zich toe getrokken. Later werd duidelijk dat de gemeente Maarheeze het kermisterrein, dat het Oranjecomité altijd huurde van de familie Eilers, speciaal daarvoor had aangekocht.
Daarmee viel plotseling wel een belangrijke bron van inkomsten weg zowel voor het comité, als wel voor de Sterkselse verenigingen in de vorm van financiële ondersteuning.
Na lang praten en met veel gelobby stelde de gemeente Maarheeze uiteindelijk gedurende drie jaar alsnog 1.000 gulden per jaar beschikbaar ter compensatie.

Vanaf die tijd, tot aan de gemeentelijke herindeling in 1997, waren de inkomsten van Sterksel kermis voortaan voor de gemeente Maarheeze. Maar ook de nieuwe gemeente Heeze-Leende wilde de revenuen van de Sterkselse kermis graag zelf innen.

De kermissen waren toen nog erg in trek, van en naar omliggende dorpen naar de kermis gaan was vanzelfsprekend.
In de loop der jaren is dit minder geworden, mensen hebben zelf al steeds meer feestjes en ze gaan vaker op vakantie.
Kermis op kleine dorpen werd daardoor minder interessant voor de kermisexploitanten en zij waren steeds minder bereid om (veel) staangeld te betalen.

In 2012 zou, volgens de gemeente door het wegblijven van een van de kermisexploitanten, feitelijk geen kermis zijn op Sterksel. De Sterkselse gemeenschap werd hier pas op het laatste moment mee geconfronteerd.
Door snel in actie te komen en door de enorme inzet van een aantal verenigingen, de dorpsraad, tonprater Rob Scheepers en vele andere betrokken Sterkselnaren, werd samen met de nodige sponsors, in enkele weken tijd toch een Sterkselse kermis opgetuigd, zij het in een aangepaste vorm.

In samenspraak met de gemeente heeft dit uiteindelijk geleid tot de oprichting van Stichting leuk! Op Sterksel.
Vanaf 2013 neemt deze Stichting de organisatie van Sterksel kermis op zich met als doel een kermis te organiseren met een programma voor alle leeftijden.
De Stichting contracteert in principe alle attracties zelf, ook op het muzikale vlak.
In tegenstelling tot het kermiscomité c.q. Oranjecomité van vóór 1980, ontvangt deze Stichting géén staangeld van de kermisexploitanten, maar heeft daarentegen wel weer heel veel werk.
De Stichting is volledig afhankelijk van de inzet van vele vrijwilligers, de bijdrage van de gemeente en van sponsors. Daarnaast is de bar-exploitatie een belangrijke bron van inkomsten.

De gemeente Heeze-Leende is blij dat dankzij deze Sterkselse initiatieven Sterksel kermis nieuw leven is ingeblazen.

En alweer heeft Sterksel met deze vernieuwde kermis bewezen waar een klein dorp groot in kan zijn!